NHG-Farmacotherapeutische richtlijn Nachtelijke spierkrampen in de benen
M.M. Verduijn, H. Folmer, L.W. Draijer
INLEIDING
Nachtelijke spierkrampen zijn plotseling optredende, pijnlijke, onwillekeurige, doorgaans in de kuitspier gelokaliseerde contracties die ’s nachts optreden en de slaap verstoren. De krampen kunnen seconden tot zelfs minuten aanhouden en aanvalsgewijs optreden. Soms treden ze op in episodes van enkele dagen tot weken waarin ze zich herhalen. Dit beeld wordt in de praktijk nogal eens verward met het restless legs-syndroom (RLS) en de periodic leg movement disorder (PLMD). Voor een beknopte beschrijving van deze beelden wordt verwezen naar de NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen.
ACHTERGRONDEN
Epidemiologie
Gegevens over de prevalentie van nachtelijke spierkrampen in de huisartsenpraktijk zijn niet bekend. De meeste mensen zullen de huisarts voor deze klacht niet bezoeken. Bij naar schatting 2% van de mensen komen nachtelijke spierkrampen wekelijks voor. Spierkrampen komen vaker voor bij vrouwen en bij ouderen met comorbiditeit, in het bijzonder bij neurologische en cardiovasculaire ziekten.1)
Etiologie, pathogenese en natuurlijk beloop
Spierkrampen verharden door langdurige contractie de aangedane spier en kunnen optreden in been, kuit of voet. De ernst, de frequentie en het patroon waarmee de spierkrampen optreden zijn wisselend en onvoorspelbaar: er kunnen sporadisch klachten optreden tot elke nacht, soms een aantal weken achter elkaar. De aanvallen duren in het algemeen niet langer dan tien minuten, bij uitzondering kunnen ze meerdere uren aanhouden.2)
Vanuit de pathofysiologie zijn er twee theorieën: die van abnormaal prikkelbare motorische zenuwuiteinden en die van hyperactiviteit van motorische neuronen met als gevolg snelle contracties van verschillende spiergroepen.
De oorzaak van nachtelijke spierkrampen is onbekend. Verondersteld wordt dat spierkrampen kunnen samenhangen met specifieke situaties zoals na (intensief) sporten of repeterende bewegingen en belasting van de kuitspier. Er zijn situaties waarbij nachtelijke spierkrampen vaker voorkomen (zie tabel 1). Er is geen associatie aangetoond tussen diabetes mellitus en het optreden van nachtelijke spierkrampen. Het is niet bekend of erfelijkheid een rol speelt. Er is onvoldoende betrouwbaar onderzoek naar de mogelijke associatie tussen het gebruik van specifieke geneesmiddelgroepen en het optreden van nachtelijke spierkrampen. Spierkrampen worden soms wel beschreven als mogelijke bijwerking van calciumantagonisten (nifedipineachtigen).3)
Tabel 1 | Situaties waarbij spierkrampen vaker kunnen voorkomen |
---|
|
Situatie | Voorbeelden |
---|
Verstoring van de zout- en elektrolytenhuishouding | - zwangerschap (er kan een relatief magnesiumtekort ontstaan door een fysiologisch veranderde extra- en intracellulaire vochtverdeling)
- dialyse
- te weinig drinken
| Afwijkingen aan bloedvaten | - spataderen (zie NHG-Standaard Varices)
| Levercirrose | | Schildklierafwijkingen | - hypothyreoïdie (zie NHG-Standaard Schildklieraandoeningen)
| Afwijkingen aan zenuwen | - perifere neuropathie
- radiculopathie
| Geneesmiddelgebruik | - calciumantagonisten (nifedipineachtigen)
|
|
DIAGNOSTIEK
Anamnese
De huisarts vraagt naar:
- ernst en lokalisatie van de krampen;
- duur en frequentie van de kramp (aanvalsgewijs?);
- aantal nachten met verstoorde nachtrust en last daarvan overdag;
- reeds geprobeerde behandelingen of zelfzorgmiddelen;
- uitlokkende factoren aan te wijzen? (zoals zwangerschap);
- geneesmiddel- (calciumantagonisten) of alcoholgebruik;
- comorbiditeit (afwijkingen aan spieren of gewrichten, neurologische en cardiovasculaire ziekten, spataderen, nier- of leverfunctiestoornis, hemodialyse, schildklieraandoeningen).
Lichamelijk onderzoek
Het lichamelijk onderzoek omvat inspectie van het been en/of de voet. De huisarts let op de aanwezigheid van spataderen. Verricht bij het vermoeden van perifeer arterieel vaatlijden of neurologische stoornissen verder lichamelijk of aanvullend onderzoek.
Evaluatie en differentiaaldiagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van anamnese, met name op aanwezigheid van pijn, tijdstip (’s nachts) en lokalisatie (been, kuit of voet). Als de krampen verspreid over het lichaam voorkomen, kan dat wijzen op een interne oorzaak zoals een verstoring van de mineraalhuishouding.
Differentiaaldiagnostisch komen in aanmerking:
- RLS (brandende, kriebelende sensaties in met name de onderste extremiteiten, die vooral of uitsluitend in rust optreden en kunnen zorgen voor inslaapproblemen);
- PLMD (schokkende, pijnloze bewegingen van de benen die tijdens de slaap optreden en waarvan de patiënt of diens partner wakker kunnen worden);
- perifere neuropathie (pijn, gevoelloosheid, tinteling, zwelling of verkleuring van een deel van het been);
- perifeer arterieel vaatlijden (tijdens lichamelijke inspanning treedt pijn op in de beenspieren, die verdwijnt bij rust en opnieuw optreedt bij inspanning).4)
BELEID
In de literatuur beschreven behandelopties
De niet-medicamenteuze behandelopties zijn zoals gebruikelijk niet onderzocht en berusten vooral op ervaring. In het enige onderzoek naar preventieve strekoefeningen werd geen effect aangetoond.5) Kinine verandert wel het aantal, maar niet de ernst van de spierkrampen en doet de spierkrampen niet verdwijnen, terwijl bijwerkingen regelmatig optreden. De klinische relevantie van kinine is onduidelijk.
Effectiviteit niet onderzocht en klein risico op bijwerkingen:
- goede schoenen, verandering van slaaphouding, rekoefeningen, massage, warm bad, voldoende vochtinname.5
Mogelijk gunstig effect maar risico op (ernstige) bijwerkingen:
Effectiviteit wel onderzocht maar niet aangetoond:
- magnesiumzouten,7) vitamine-B-complex,8) calciumzouten,9) vitamine E.10)
Voorlichting, preventie en niet-medicamenteuze adviezen
Voorlichting over uitlokkende factoren en vermijding daarvan is van belang. Kuitkrampen tijdens de zwangerschap verdwijnen na de zwangerschap in het algemeen vanzelf.
Geef voorlichting over het mogelijk wisselende en onvoorspelbare beloop van spierkrampen. Als er sprake is van (mogelijk) uitlokkende factoren – zoals spierbelasting, te weinig drinken of het dragen van hoge hakken –, geef de patiënt dan in overweging deze te vermijden. Men kan de patiënt adviseren bij het optreden van kramp de kuitspier te rekken door dorsale flexie van de voet en tenen.
Medicamenteuze therapie
Overweeg bij nachtelijke spierkrampen alleen geneesmiddelen voor te schrijven als de klachten ernstig zijn en ondanks niet-medicamenteuze adviezen aanhouden. Het gebruik van dopamineagonisten, zoals bij RLS, heeft bij nachtelijke spierkrampen géén zin.
(Hydro)kinine
In Nederland is voor gebruik bij nachtelijke spierkrampen alleen hydrokinine op de markt. Dit middel is ook zonder recept verkrijgbaar (UAD = uitsluitend apotheek of drogist). Overweeg een proefbehandeling met hydrokinine alleen bij niet-zwangeren met aanhoudende, ernstige klachten die gepaard gaan met slaapproblemen (en klachten daarvan overdag). Dosering: bij het avondeten 2 tabletten van 100 mg en voor het slapen gaan 1 tablet van 100 mg. Evalueer het effect na twee tot vier weken.
Bijwerkingen die regelmatig optreden, zijn hoofdpijn, tinnitus, duizeligheid (en vooral bij ouderen toename van de valkans), bittere smaak en maag-darmklachten. Daarnaast is na kortdurend gebruik van therapeutische doseringen reversibel gehoorverlies beschreven. Ernstige overgevoeligheidsreacties (hemolytisch-uremisch syndroom) zijn zeldzaam.6)
Staak ook bij gewenst effect de behandeling na twee tot vier weken en ga na of de klachten wegblijven.11) Geef, als de klachten terugkomen, opnieuw voor twee weken hydrokinine.
Langdurig gebruik van hydrokinine wordt afgeraden. Instrueer de patiënt om bij het optreden van ernstige bijwerkingen contact op te nemen. Geef tijdens de zwangerschap géén hydrokinine.
Totstandkoming
De NHG-Farmacotherapeutische richtlijnen zijn zonder ondersteuning van een werkgroep en met een beperkte commentaarronde tot stand gekomen. De gegevens in de paragrafen ‘Achtergronden’ en ‘Diagnostiek’ zijn voornamelijk ontleend aan bestaande richtlijnen, overzichtsartikelen en leerboeken. Het farmacotherapeutisch beleid is zoveel mogelijk gebaseerd op de resultaten van wetenschappelijke onderzoeksartikelen (systematische reviews, meta-analyses en RCT’s).
Commentaar is ontvangen van het CVZ en het WINAp. Vermelding als referent betekent niet dat de referent de richtlijn inhoudelijk op elk detail onderschrijft.
In juni 2008 werd de richtlijn geautoriseerd door de NHG-Autorisatiecommissie.
© 2008 Nederlands Huisartsen Genootschap
Literatuur
Bij verwijzingen naar NHG-producten: zie http://www.nhg.org.
Abdulla AJ, Jones PW, Pearce VR. Leg cramps in the elderly: prevalence, drug and disease associations. Int J Clin Pract 1999;53:494-6.
Anonymus. Five ways to prevent nighttime leg cramps: leg cramps can ruin a good night’s sleep, but there are ways to prevent them. Harv Health Lett 2004;30:6.
Anonymus. Nocturnal leg cramps and quinine therapy. Aust J Pharm 2007;88:68.
Aronson JK. Meyler’s side effects of drugs: the international encyclopedia of adverse drug reactions and interactions. 15th ed. Amsterdam: Elsevier, 2006.
Baskol M, Ozbakir O, Coskun R, Baskol G, Saraymen R, Yucesoy M. The role of serum zinc and other factors on the prevalence of muscle cramps in non-alcoholic cirrhotic patients. J Clin Gastroenterol 2004;38:524-9.
Bouvy ML, Brinkmann JJFM, Jansman FGA. Oorsuizen (tinnitus) bij gebruik van hydrokinine en andere geneesmiddelen. Huisarts Wet 1999;42:318-20.
Butler JV, Mulkerrin EC, O’Keeffe ST. Nocturnal leg cramps in older people. Postgrad Med J 2002;78:596-8.
Chan P, Huang TY, Chen YJ, Huang WP, Liu YC. Randomized, double-blind, placebo-controlled study of the safety and efficacy of vitamin B complex in the treatment of nocturnal leg cramps in elderly patients with hypertension. J Clin Pharmacol 1998;38:1151-4.
Commissie Farmaceutische Hulp. Farmacotherapeutisch Kompas 2008. Amstelveen: College voor zorgverzekeringen, 2008.
Connolly PS, Shirley EA, Wasson JH, Nierenberg DW. Treatment of nocturnal leg cramps: A crossover trial of quinine vs vitamin E. Arch Intern Med 1992;152:1877-80.
Coppin RJ, Wicke DM, Little PS. Managing nocturnal leg cramps--calf-stretching exercises and cessation of quinine treatment: a factorial randomised controlled trial. Br J Gen Pract 2005;55:186-91.
Crum NF, Gable P. Quinine-induced hemolytic-uremic syndrome. South Med J 2000;93:726-8.
Dahle LO, Berg G, Hammar M, Hurtig M, Larsson L. The effect of oral magnesium substitution on pregnancy-induced leg cramps. Am J Obstet Gynecol 1995;173:175-80.
Dawson TA. Side effect of quinine for nocturnal cramps. BMJ 1995;310:738.
Diener HC, Dethlefsen U, Dethlefsen-Gruber S, Verbeek P. Effectiveness of quinine in treating muscle cramps: a double-blind, placebo-controlled, parallel-group, multicentre trial. Int J Clin Pract 2002;56:243-6.
Farver DK, Lavin MN. Quinine-induced hepatotoxicity. Ann Pharmacother 1999;33:32-4.
Frusso R, Zarate M, Augustovski F, Rubinstein A. Magnesium for the treatment of nocturnal leg cramps: a crossover randomized trial. J Fam Pract 1999;48:868-71.
Glynne P, Salama A, Chaudhry A, Swirsky D, Lightstone L. Quinine-induced immune thrombocytopenic purpura followed by hemolytic uremic syndrome. Am J Kidney Dis 1999;33:133-7.
Haskell SG, Fiebach NH. Clinical epidemiology of nocturnal leg cramps in male veterans. Am J Med Sci 1997;313:210-4.
Hirai M. Prevalence and characteristics of muscle cramps in patients with varicose veins. Vasa 2000;29:269-73.
Inan-Arslan N, Knuistingh Neven A, Eekhof JAH. Nachtelijke kuitkrampen. Huisarts Wet 2006;49:215-7.
Jansen PH, Veenhuizen KC, Wesseling AI, De Boo Th, Verbeek AL. Randomised controlled trial of hydroquinine in muscle cramps. Lancet 1997;349:528-32.
Kanaan N, Sawaya R. Nocturnal leg cramps: Clinically mysterious and painful--but manageable. Geriatrics 2001;56:34, 39-4, 42.
Knower MT, Bowton DL, Owen J, Dunagan DP. Quinine-induced disseminated intravascular coagulation: case report and review of the literature. Intensive Care Med 2003;29:1007-11.
Leung AK, Wong BE, Chan PY, Cho HY. Nocturnal leg cramps in children: incidence and clinical characteristics. J Natl Med Assoc 1999;91:329-32.
Man-Son-Hing M, Wells G, Lau A. Quinine for nocturnal leg cramps: a meta-analysis including unpublished data. J Gen Intern Med 1998;13:600-6.
Oosterhuis I, Puijenbroek E. Gehoorstoornissen bij kortdurend gebruik van hydrokinine in standaarddosering. Modern Med 2007;31:443.
Poddar S. Does quinine reduce leg cramps for young athletes? J Fam Pract 2005;54:76-8.
Roffe C, Sills S, Crome P, Jones P. Randomised, cross-over, placebo controlled trial of magnesium citrate in the treatment of chronic persistent leg cramps. Med Sci Monit 2002;8:CR326-30.
Schaefer Ch. Drugs during pregnancy and lactation. 2nde ed. Amsterdam: Elsevier Science, 2007.
Schattner A. Quinine hypersensitivity simulating sepsis. Am J Med 1998;104:488-90.
Shahraki AD. Effects of vitamin E, calcium carbonate and milk of magnesium on muscular cramps in pregnant women. J Med Sci 2006;6:979-83.
Shaker HK, Mackler L, Huber TE. Clinical inquiries: What is the diagnostic approach to a patient with leg cramps? J Fam Pract 2005;54:817-8.
Sohrabvand F, Shariat M, Haghollahi F. Vitamin B supplementation for leg cramps during pregnancy. Int J Gynaecol Obstet 2006;95:48-9.
Veraart JC. Chronische veneuze insufficiëntie. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146:199-203.
Woodfield R, Goodyear-Smith F, Arroll B. N-of-1 trials of quinine efficacy in skeletal muscle cramps of the leg. Br J Gen Pract 2005;55:181-5.
Young G. Leg cramps. Clin Evid 2006;10:1113-20.
Young GL, Jewell D. Interventions for leg cramps in pregnancy. Cochrane Database Syst Rev 2002;CD000121.